Resultaten voor het trefwoord bart pinnoo

het water rond de rotsen – bart pinnoo

Liefde maakt de kleine dingen groot.
Ze moet nogal wat voorstellen
om nooit af te geraken
maar dat onvoltooide zullen we nooit begrijpen.

Liefde overstijgt vriendschap want
je lief kan je vriend niet zijn.
Onstuimige liefde kan onberekenbaar zijn
en gaat dan vreemde kanten uit.
Liefde wordt op een troon geplaatst maar is ook nederig
want ze kent geen positie of status.

Liefde kent geen uur en is onmeetbaar.
Op zich is ze zuiver en borrelend als spuitwater.
De band van liefde dwingt respect af.
Ze doet meer kunnen.
Liefde maakt bewogen, fijnbesnaard
en dat ziet men in romantiek en lieve liedjes.

Liefde is een pletwals voor wie er door overweldigd wordt;
ze maakt de arme rijk en zet de rijke voor schut.
Hechte liefde biedt stabiliteit, een uitzicht op de toekomst
en verhindert dat een mens verdroogt.

luchtbel – bart pinnoo

Je moet me helemaal doorgronden.
Je mag alles van me weten.
Ik heb niets meer te verbergen.
Ontdek alle schakels in mijn keten.

Wandel op mijn mosgrond.
Bijt door mijn appelschil.
Vind mijn gladde pit
en het pure wit erin als je wil.

Je geeft mijn schepping zin
en ik geef me zowaar gewonnen.
Ik zie je bodem nog niet.
Natuurlijk, we zijn maar net begonnen.

Wat ben ik blij dat ik je heb
en ik ben niet meer alleen.
Ik zal alles van je uitpluizen
en je beschermen door alles heen.

De dagen zijn terug als nieuw,
de zon straalt en de regen verkoelt.
Ik leef helemaal op als het lukt
dat je mijn liefdeborstelstreek voelt.

Ik heb geen harnas of hoge toren meer
en zo wordt het beter tot ik je ook ken.
Ik wil niet meer de clown zijn van overdag
maar me gewoon tonen zoals ik ben.

En ondanks de diepe krassen
ben je voor mij begeerlijk en mooi.
Ik besef niet dat ik vertekenend verliefd ben
en smelt van passie in jouw diamanten kooi.

goud – bart pinnoo

De aardbol is dolgedraaid
en iedereen is grijs gestudeerd;
Er was echter niemand die vertelde
wat kleuren inhouden.

Als jij zou zeggen wat je bezighoud
en iedereen zou stoppen met liegen
dan zou er in ieders hart ruimte komen
voor eenvoudige dingen.

Als al wat men je wijsmaakt
kostbaar goud zou worden
zou je eronder verstikken
en de hemel niet kunnen zien.

diep blauw – bart pinnoo

Volgens de honger naar intrest
zou de aarde sneller moeten draaien;
tot de spijt van beleggers leef ik
in onverkoopbare lucht,

onder een tijdloze koepel
met haastige condensatiestrepen.

Zonder alles uit te hoeven leggen
kunnen we het onzegbare wél openen
en de parallellen in elkaar aanraken
door intimiteit weer te vinden
in de gradaties
van een schijnbaar monochrome hemel.

Kon iedereen eerlijk zijn
en vertellen wat in zich leeft
dan zou de stille lucht me koesteren
en voller proeven dan enkel bevrijde adem;

de wolkenworsten zoeken hem
tijdens hun trek vanuit het ochtendrood.

Als je de mensen niet veroordeelt
en wat je vertelt ze verblijden,
dan geloof ik dat je reeds halverwege
je reis ontstaalde warmtes verenigt:

diepgang vloeit haast onmerkbaar
tussen dat onvoltooide grijs en intense indigo.

zwart – bart pinnoo

Ik ben een druppel gelood pek zinkend in Chinese inkt. Voor ik
verdrink zal de waterdruk van het stuwmeer me eerst traag
pletten. Mijn stuiptrekking tikt tegen de reeds gebarsten dam.

Het stof van betonrot stuift over het terugrimpelende
water. Hopelijk wil de verlossende lawine een vraag
inslikken en mij in een snelle genade verscheuren.

De toekomstloze vloed zal verlossen zonder te troosten.
Een moment liefde zou nu liegen als een sidderroggraat,
een feestelijke vuurwerkstaart in mijn ogen krassen als stro.

Ik probeer mijn geamputeerde oogleden te sluiten. Doorheen
een deken van lokkend grijs golven katten en eekhoorns
met hun anijszwarte staarten een pantomime als proberen
ze me weg te houden van de opslorpende dofheid.

In het kobaltzuur tussen een rozerood en een oranjegeel
aquarium danst een tuimelaar naar me toe, en weer weg.
Als ze terugkeert zodat ik haar kan aanhalen is ze spekwit
en helrood gemarmerd. Gevild, alsof ze spiegelt wat zij ziet.

weg – bart pinnoo

Dromen verstard in hun kracht
bewolken de hemel.
Drijfveren zitten vastgeroest
in hun horlogekast.
Het zicht naar de toekomst
hangt in een te klein kadertje.
Een slingerende weg
vervaagt in de zontrillende lucht.
De glinstering op het water
staat stil in de wind.
Het filmroleind rikketikt
tegen de projector.
Een baby grabbelt
naar het glas met opa’s gebit.
Tegen de avondpastellen
ontvouwt een reiger
traag zijn vleugels,
klaar om op te stijgen
uit het grijpende riet.
Alleen.

de nachtridder – bart pinnoo

De nachtridder
steunt zijn ijzeren hoofd.
Op de kant van de toog
slijpt hij vermoeid zijn zwaard.
Wint zijn wapen niet aan scherp,
maak deze toog dan warm en zacht
als zijn naderende gelaat
er een deel van pacht.
Hij snuift.
Hij zoekt
zijn bier.
Zijn paard vindt
morgen wel
de weg naar huis
of is zijn thuis
voor hem
eerder hier?

windekind – bart pinnoo

Ze is zo duidelijk een gelukkig windekind.
zoals ze blij danst in de dartele wind
die haar zonet uitbundig heeft toegewuifd,
in haar ogen blaast en aan haar snuift.

Deze kleine tornado is zelf ook nog een kind
die zijn opgeruimd hart in dit wezentje vindt.
Met wat van plan glijdt hij van de zonnende pannen.
Hij verschrikt de pronkende dames met houten mannen.

Hoofden met verse krullen en met geharkte haren
heeft de guit steeds van ver kunnen ontwaren.
De uitgewaaide kapsels en het gekrijs en geklaag
doen hen lachen met de stijfheid van vandaag.

Ze is zo echt en helemaal een stralend windekind
ze beleeft open, geniet rijkelijk, en ze bemint
onbevreesd haar zo veel grotere en speelse vriend.

Helemaal ongeremd en met een onstuimige kracht
schatert dit dartele meisje naar de dansende wind
die, onzichtbaar onthaast, naar haar knuistje wacht.

arm rijk – bart pinnoo

Staalblauw glanzend in het maanstrijklicht
glijdt een reusachtige granieten arend
met open klauwen naar zijn slapend Babylon.

Zacht en stil als je lief, sluipend als een gemene tassendief
zweeft hij tussen de wolkenkrabbers in hun krottencirkel
en strijkt neer op één van deze wijsvingers, een zerk van geld.

Hij overziet voldaan de verwaande verf over de ontbinding
en schaterend om de hoogmoed in deze Pinokkioneuzen
rolt de spottende reuzenekster haast van het kerktorenkruis.

In de koude schijn glimmen de straten als spinrag;
de chique lantaarns bluffen met de glitterende dauw.
Kan hij in dit web van littekens nog iemand strikken?

Vernedering en pijn werden gestapeld, liefde vervaagde;
zijn verraderlijke koude complement werd opgedrongen.
De scrupuleuze opvul-ikken wisten met het oude wel weg.

Hier is geen werk meer voor hem, ze roeien zichzelf wel uit.
Hij buldert het stof van zijn enorme vleugelspan en zijn zware schaduw
drukt nog een laatste keer het duister diep in het asfalt.

het einde – bart pinnoo

Ongemerkt verdwijnt de reiziger achter de poolcirkel.
De vrees voor wat er achter zijn laatste adem schuilt
vermengt zich met de nevel over de fatale kloven.

De ijswind stuift poederijs achter de kap voor zijn gezicht.
De fijne kristallen op zijn wimpers frissen met prismatisch
geflonker even de herinnering aan de regenboog op.

Omdat in deze winter een kleurenpalet ontbreekt
kunnen er geen plannen meer gemaakt worden
en is het onmogelijk in een nieuwe lente te geloven.

Zijn zorgen gaan verdwijnen met het dovende noorderlicht
maar zijn bevroren waarnemingen vol liefde en blijdschap
zullen leven in de streling onder de vleugels van alle vogels.