Resultaten voor het trefwoord bar

discotheek – calvin smith

Manieren kruipen over generaties in dansende eilandcirkels

Alle mensen kroelen hun handen in de lucht
waar de muziek liefde verkoopt uit de zee
stromen vrouwen met stoute blikken vrolijk
lijken de golven te kabbelen over mij heen
waar mijn ogen nog altijd rustig blijven voor
een jongen die achttien jaar in talent loopt

Waar zullen de sterren van vandaag Calvin in het verleden aanspreken

Briefjes van 50 likken de bar voor een moment
van genot spot lot laat mij even verder houden
van rondingen in bewegingen voor mij alleen
is het ritme niet het begrijpen van ogen tellen
we grenzeloos zonder enige tijdsbesef voor
een jongen die achttien jaar in talent loopt

Voor de beste dichter is gesprek stof genoeg onder de druisende clubs

de kroeg op de hoek – hans goudart

In het café op de hoek
hebben we eerst kunnen genieten van
en-van-je-hela-hola
en drinken-totteme-zinken-muziek
Mijn buurman ging daar zo in op
dat de bar er van schudde
De kastelein kiest nu welbewust
voor zoetgevooisd, iets
in het Hawaaiiaans of Tahitiaans,
wat zal het zijn…
met veel paloma en aloha en zo meer
en van die gitaarfliebers
aan het eind van elke zin
Aan een tafeltje snottert
een betraande dame de overgang in
De middelbare heer in kennelijke staat
raadt haar pas ná het weekend
een nieuw leven te beginnen
Hij meent dat moet ze nu niet doen
Een schone lei vraagt
om een goed moment
Drie hinderlijke hanen in lange leren jassen
staan kortstondig in de weg
Dan is er ineens zo’n ongeschoren
die al jaren geen goeiedag meer zegt
alstie hier binnenkomt
Even later zit-ie te eten van
een broodje dood dier
Na elke hap spoelt-ie duidelijk hoorbaar
tot alle resten tussen zijn kiezen
vandaan verdwenen zijn
Mijn blik dwaalt langs de etiketten
op de flessen en de tekens aan de wand
Is het hier nu zo gezellig ?
Wie weet
Wij doen ons best !
Spiegelend de vraag ooit
een normaal mens ontmoet
En of het beviel ?

nachtcafé – hanny van alphen

melkwitte schuimvlokken
drijven uit elkaar

een dronken man
legt zijn hoofd ertussen

steun zoekend aan de bar

zijn magere vrouw
met zware weduwekuch
slaat achterover

achteloos wordt ze opgedweild

ik wankel naar buiten
en weer
ligt de nacht op z’n rug