Mijn beste vriend? Japik Veenbaas,
waarover dit relaas.
Hij had toch kloten aan zijn taas,
geloofde strak in Sinterklaas,
mijn Japik Veenbaas.
Japik was een goede vriend,
een oudgediende,
samen naar de kleuterschool
in een gommend aureool
van onsterfelijkheid.
Japik en ik Japik en ik
we waren nog vrij
want alles kleefde en niks niet
ging voorbij,
Japik Veenbaas was van mij
en ik van hem,
ik kleurde in zijn schelle stem,
ik tornde aan zijn lijf,
ik klikte overdrijf ik Japik?
Hongerig lopen in de wal
waar kikkers samen slapen,
struinen in de koeienstal,
naar kalfjes gapen,
trappelende dieren,
slapende stieren,
strontvlieg staat recht overeind,
aan de knikkers komt een einde jongen,
zo verlaat een man de buurt,
met stokken stenen ongedurig,
modder in de lakens,
hoofdjes kraken hoofdjes van goud,
we worden oud,
hij was van mij maar
geef hem aan de volkeren,
laat de wolken wringen,
hij komt zingend naar de sluis
(niet oversteken stout),
thuis staat thee met krakelingen,
Japik kom mee, kom mee naar huis.
Recente reacties