Resultaten voor het trefwoord angela van loenen

gezichtspad – angela van loenen

onder het ijs zie ik een gezicht
dat roept naar warmte
ik hak een wak
en neem hem mee naar huis
maak er een masker van
zet hem op
om te voelen hoe het is
als er mensen over je hoofd heen lopen

krant – angela van loenen

ik werd opgezogen door al die krantenkoppen
en voordat ik het wist
verdween ik erin
het weerbericht blies door mijn haren
en de moordenaar op bladzijde twaalf
keek mij aan alsof hij het niet
had gedaan

ik zag huizen die niet verkocht werden
gelukkig
kropen vacatures als bakstenen
voor mijn voeten
ik liep een advertentie in
en riep om hulp

stoepgarantie – angela van loenen

ik loop met mijn winkelwagen
langs kinderen
die te koop zijn

hun schoudertjes hangen
stijf van angst in rekken
bang om nog meer ouders kwijt te raken

je kon ze kopen zonder garantie
zoals het Chinese meisje
dat ging huilen als zij lijm rook

ze gaf mij zojuist nog
twee stokjes
om mijn ogen te openen

vergiet me niet – angela van loenen

de baas heeft de buurman met zijn hoofd
tussen een perforator geduwd
die middag haalt hij zijn
zoontje van school

en op weg naar huis
vraagt het kind in de stromende regen
waarom hij verdrietig is
uit zoveel ogen

zijn vader loopt fluitend
de wind achterna
alsof er niets is gebeurd

het jongetje roept hem na
of hij zijn verjaardag is vergeten
er dwarrelt wat confetti uit zijn haren

hungry? grab a snickers! – angela van loenen

mijn buurmeisje had een ziekte
en verstopte zich
altijd achter het kozijn
om de duiven te voeren
die zij zo mager vond

in de hoek lag een plamuurmes
waarmee ze de laatste twee snickers
als jukbenen
in haar gezicht begroef

gehorig water – angela van loenen

in een zwembad vol met beesten
duikt een koe naar de bodem
op zoek naar gras
met een theedoek help ik vissen
op het droge

ik hang mijn gehoorapparaat
aan mijn been
om onderwater te kunnen horen
wie nog hulp nodig heeft

kinderwens – angela van loenen

ik loop langs kleden vol zonnebloemen
die bedekt zijn door regen
met stelen die zo groot zijn als ik

zie planken vol hoofden met grote lellen
en lange baarden op de kin
er staan mensen in kleding van veren
om zo vrolijk als een vogel te verkopen

er zit een waarzegster
haar gezicht is een gordijn
waarachter een lachspiegel schuilt
ik herken mezelf er niet in

de geur van appeltaart – angela van loenen

achter de steiger van het oude huis
zie ik een regenboog ontvouwen
alsof een pauw zijn vleugels spreidt

ik ruik de geur van appeltaart
die door het kozijn dringt
alsof mijn oma door het hout
een knuffel geeft