Resultaten voor het trefwoord af

van de wereld afvallen – rinske kegel

Tegelijk met haar nagels
bijt ze stukjes van haar wereld af
het gewicht dat ze heft spuugt ze later, fijngemalen,
in de zijkant van haar laars
die ze bekleed heeft met plastic zakjes zodat hij schoon blijft
niemand weet hoe bang ze is

Hoeveel wollen hemdjes, truien, vesten, jassen ze ook draagt,
warm wordt ze niet.
‘Alles onder controle’
zegt ze tegen de zak met chips.

eentje meer of minder – hans dijkmeester

dloom van dichtel des vadellands
 
wou dat ik
twee chinezen was
een chinees in china was

dan kon ik lekkel
lekkel tafel-
tennissen

maakt die
bek dicht ook
niet uit

af en toe
dissidenten scheppen
heeft ook wel wat

twee kinderen – valerie rood

alles ging ten onder
in de aarde waar ze je begraven hebben
alle kietel-vreugde vol van leven
weggestopt in jouw kleine lijf-
-je. diep verleden, overleden
om zoveel jaren later terug te halen
op te graven
en te lachen om het licht
zo licht om op te stijgen
niet te houden
ben je daar?
gaan we samen spelen?
pakken we het op
waar we zijn gebleven
– nooit meer stoppen –
vliegt de aarde in het rond
vieze nagels van plezier
daar ben je al!
blijf maar hier
samen wieden we het onkruid
op jouw langverlaten graf
samen vliegen we naar boven
’tikkie’ jij bent af

plakkies – martin m aart de jong

Je loopt op beterschap
droomt banden
met Suid-Afrika
zwart zijn de zolen
zwart is de weg
zwart zijn de gaten
in die melkweg

op kleppervoeten
klapper je af
op vrouwenvoeten
wacht je
smacht je naar
haar armen

om alles

door alles

voor alles

haar

kleuren
getekend

haar
verleden
geketend

kettingen
rammelen
kettingen
zwaar van metaal

& de bal rolt
& de bal rolt

groen gras groen gras
van/ naar / door
oranje voor oranje
aarde en voeten
spelen rond
en met elkaar
de bal rond

de aarde rond
alles is rond
en alles sal reg kom

daar onder bij die millies
bij die groene dorien boom.

waar kind was – kate s. kuipers

hangen stoelen met poten omhoog
op het tafelblad. zeven om precies te zijn
voor de stoelendans is dat een te veel
of om zakdoekjes op te leggen

schudden eiken hun schaduwen af
schrijven wortels zinnigheden
in diepe gaten liggen brieven dichtgeplakt
met natte wangen

rusten letters op onbegonnen stenen
zitten weer de laatsten gebeiteld
vooraan of het steeds maar de vraag is
wie er deze keer is blijft hangen

verstomt de aarde

loopt nacht door zwarte dagen
wil rouw haar randen onder nagels laten
zo, zonder hebben en houwen
is er iets

leger dan de klonterende stilte na
het snateren van opvliegende eenden

of

het geruststellend spijkeren van houten wallen
om gaten in de wolken
waaruit het licht begint te regenen

omslaan, doorhalen, af laten glijden – jelou

Ik liet je gaan
een mythe van knarsende muiltjes

geen doorstart, geen subsidies voor
nieuw te flossen tongen, aan te
naaien ogentroost
het mos verscholen tussen kraaienpoten

vers gebakken lucht breit kringen
in de ramen, mijn evenknie gekromd
in één recht één averecht

handen blijven steken in knellende
schoten, en ik,
ik heb een hert gebaard
een hijgend hert in 1001 nacht
als voorschot op het donker.