ik denk aan de aanraakbaarheid van alles.
deze winter gaat het sneeuwen en loop
ik met je mee in onbezonnen witheid
die verhult wat ik hierin wil schrijven
met een zwarte hand die over stenen
wrijft. weet je wat ik zeggen wil is iets
dat -als je wilt kunnen we praten wat
we willen maar wijzer wordt alleen
de taal die door ons gevuld wordt
met nieuwe woorden als schattekaas
kindje en belleblaaspijpje- zoiets dus
denk ik dan wanneer ik zeggen wil
wat dus in sneeuw blijft onder lopen
tot de vorst er weer tussen uit valt
Recente reacties