het Kwartet
is dood
vergaan
onder in de grond
maar dwarsachterdoorheen schilferwitte berkenstammen
hun gefluister
luister
dichtersbij
betraande levenswoorden
schreeuwen zich
je oren om
hun grip vast
het Kwartet
is dood
vergaan
onder in de grond
maar dwarsachterdoorheen schilferwitte berkenstammen
hun gefluister
luister
dichtersbij
betraande levenswoorden
schreeuwen zich
je oren om
hun grip vast
Op mijn 17e
Vlieg weg
met vleugels aan
je schouders
en vlieg niet
te dicht
bij de zon.
Hij laat
de was
smelten
en de vleugels
vallen;
daarna jou.
Of toch maar
te dicht
bij de zon?
Wallen lagen onder haar
ogen als donkere dames
met lusten die zij
juist niet wil voelen
op haar snoeppapieren spookvel dat vaak zo smakelijk
zou kunnen knisperen, maar waaronder nou net weer
botten tot spiesen splijten om daar haar huid door te steken,
waardoor een weg uit die nachtzwarte uit pees en vlees
geweven holte zich opent; vanuit die ultrasone onderwereld
der labbekakorganen, meent zij, dat zij juist dat weer heeft;
onrustig gebeente, mergvol gestut van die bloedlauwe hel, dat
levenslang zinderend kraakt in haar zak van vaal en vlezig vel.
Haar botten willen zich ook wel eens in het volle licht warmen
aan de zon, waarvoor zij zich juist verschuilt als pasgeboren,
baarmoedernatte reeën doen die ook maar verloren rillen
in hoog, dorgeel gras.Voor even verlaten door hun moeder
die, zoals het hoort, gevaren afleidt als wolven en mensen.
De wereld is haar carnivoor waarvan zij, verloren lopende
polonaise van een meisje, de opengesperde muil inhost. Ze
offert zich liever lallend en alleen. Niemand waagt haar zo
aan te raken. Gelieve dat ook nooit te doen.
Teken haar; het is een nadrukkelijk verzoek.
Recente reacties