Er is een tijd van komen en gaan
daartussen sta je op een scheermes
blaffende menigtes toe te hoesten
dat de poëzie geletterde zuurstof
is zonder welke we hersendood tussen
de stenen bewegen van geboorte en dood.
Als je nooit zegt dat iets mooi is omdat
je niet kunt zien wat van een ander eeuwig
deelbaar is ben je net als het heelal
alleen tril je negatief in een hoekje,
ook als er geen hoekje is omdat er zoveel
hoekjes zijn met trillende ego’s. Je trilt
altijd mee met de energie. Je weerkaatst
klanken van werelden die je niet kent omdat
leven een voortzetting is van alles wat koolstof
verbindt aan de hartstocht. Het staat steviger
als je geschiedenis de jouwe weet meedeelt in
de draaiing van de as.
Reageer