song van de heelmeester – alexander baneman

een gruweldicht

mijn muts was gemaakt van oude kranten
mijn torso hulde zich met een vloerkleed
van het door nagels vastgespijkerde leer
mijn voeten laafden zich aan de pennen
die zich doopten in een hete inkt

zij dacht dat mijn wimpers waren verzegeld
mijn stem vervlogen de zerken toe te spelen
in een wazige wind van wortelkruid zogen
o rennen door het huis van viskuit en bogen

ik maakte haar een tweede gezicht van
de door wolken uitgekotste uitdragerij
van het winkeltje waar men shopt naar
ontmoetingen met de parfum
zij ving mij in de netten van stille ogen

zij dacht dat mijn wimpers waren verzegeld
mijn stem vervlogen de zerken toe te spelen
in een wazige wind van wortelkruid zogen
o rennen door het huis van viskuit en bogen

push-up bh’s beten in het vlees dat
van zijde was door eigen handen klaar
ik propte mij in het boek en likte aan
de gloeiende inkt tot de zon droop in
een spijtig neerbuigen naar actaeons hond

zij dacht dat mijn wimpers waren verzegeld
mijn stem vervlogen de zerken toe te spelen
in een wazige wind van wortelkruid zogen
o rennen door het huis van viskuit en bogen

Reageer