Wat ik in mijn kop heb, heb ik niet in mijn kont zitten,
dus hijs ik mij aan die salontafel op, beweeg ik mij zijwaarts
door de ruimte, terwijl ik mij met beide handen aan het tafelblad
heb vastgeklampt, als een krab.
Vierentwintig uur per dag draag ik een beugel die mijn benen spreidt.
Om mijn heup terug in de kom te duwen, zeggen ze, maar het enige
wat ik kan denken is dat ik een beetje jong ben om zes maanden lang
onafgebroken met mijn benen wijd te liggen.
In de wieg draai ik mij om met een plof.
Dit is hoe ik heb leren vechten, met een rompertje en een metalen
harnas aan. Zoals ik ergens al eens eerder schreef:
I was born ready, baby.
Reageer