rozen en zweet – c.p. vincentius

Eens roken de rozen mensenwater
en fleurden op in pis en mest.
Mos bedekte al onze rieten daken;
toonden sleet in sterfelijk bestaan.

’s Avonds stond werkkledij stokstijf
bij ‘t voeteneinde van het alkoof.
Elk kwartaal weekte sop het zweet,
verloor ‘t goed vertrouwde stank.

Alleen kop en handen aan de pomp;
de rest aan ‘t einde van de week.
Zo roken wij rozen ’t mensenwater
en fleurden op bij zichtbaar naakt,
dat op de buiken ‘t zout van zweet
in alle liefdesspel bleef proeven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK