rood van woede – wim de roo
Langs bakken vol
kadavers
trok ik je op
dikke vette blaren
onder hete zomerlucht
en tuchtig rook ik bloed,
briesend als een paard
als ik op klompen binnenklapte:
amper uit de kluiten,
mouwen tot de nek toe opgestroopt,
razend rood van woede…
dampend lag je telkens
in mijn klauwen –
nee, vluchten kon je niet,
distels vretend van mijn razernij
deed ik me te goed aan jou
en in een waas van weerloosheid
gaf jij je
aan mij
Geef een reactie