De steen toont grijzer dan je haren die
al nooit meer waren dan een stoppelplek
Je lijkt schier opgelucht nu ik het zie
hoezeer uit jouw gelaat ontspannen trek
schijnt stekelige moeizucht een gesprek
zo anders wat we zagen onder koffienijd
zelfs daar nam je je ongevraagd vertrek
voor al de zorgen weken als absurditeit
En weer heb jij ons van misbaar beticht
je schim aanwezig schonk gezichtsbedrog
geen ons gaf jij voor niks en niemendal
Ik vraag mij af hoe mis naar voelen zal
het missen doch niet weten hoe daar nog
mee weg te komen stopt dit graf gedicht
Reageer