Ja daar lig je dan,
moeder van moeders
hoeder der hoeders
loeder der loeders,
iets minder vermoeid dan we haar kenden.
Links stelt zich op de echtgenoot,
de sinistere baard traag in de lavabo.
Zo is zijn gewoonte, hij knipoogt graag.
Duur doen, een kwestie van manieren.
Zo geeft hij hier en daar een goede tik.
De zaak klikt en komt in beweging.
Krijtende mieren rond wassen vleugels.
Behouden bevelen boven
het dood gewicht.
Ik herinner mij de matheid van vakanties in Europa.
Mijn rug buigt door,
de lucht gaat toe.
Mijn vaders jas ligt in de zon.
Dat ik hem nog een keer kieken kon.