Grote kwesties hebben bij mij de neiging dermate groot te zijn
dat ze, nog voor ze zijn doorgedrongen tot mijn hersenpan,
al in felle kleuren en duidelijk te onderscheiden stukken
zijn onderverdeeld, reflexmatig, zodat ze mij niet omver blazen
en ik een eerder ingenomen standpunt haast gedachteloos
kan herhalen op grond van eerder uitgevoerde demontage.
Kleine kwesties daarentegen hebben bij mij de neiging zo klein te zijn
dat ze, nog voor ik het valluik van de gedachte paraat heb,
als hyperactieve insectenlegers naar alle uithoeken van mijn brein
uitzwermen en ik vanaf het eerste moment in een hopeloze achtervolging
ben verwikkeld op wat zo ongrijpbaar is, en tegelijk zo krachtig,
dat ik elke dag de kleine kwesties vrees en met de grote bier drink.
Het zou een plausibele verklaring zijn voor het feit dat ik dichter ben
met de luchtige gebaren van een staatsman.
Haha! Erg fraai. Ziedaar het dilemma van de zwaarwegende luchtigheid …