Ongelofelijk hoe ze daar staat in een luchtige zomerjurk.
Alsof er niets aan de hand is.
Het glas wijn dat ze gedachteloos tegen haar onderlip zet.
De wijn die ze scheutig naar binnen giet.
Haar ogen die een zonovergoten toekomst lijken te zien.
Of iets anders waar ze heftig van gaan glinsteren.
Hoor haar het hoogste woord voeren over een ontmoeting op vakantie.
Geen enkele kracht die haar tegenhoudt.
Niet in haar.
Niet onder de genodigden op het tuinfeest.
Geestdriftig vertelt ze over haar avontuur.
Van de gevolgen ervan en de gevolgen daar weer van.
Ze drinkt wijn.
En nog meer wijn.
Ze begint de eerste mensen om de hals te vliegen.
Haar lach verdiept zich tot een serie hese uithalen.
Haar harde stem steekt andere gasten aan.
Het dreigt een eigenzinnige samenscholing te worden.
Een onberekenbare kluwen mensen, die in haar ban raakt.
Applaudisseert.
En, net als zij, aanvalt op wijn.
En nog meer wijn.
Volgens het protocol uit 2043 is het niet nodig te wachten
tot er sprake is van oerkreten en handtastelijkheden.
We pakken haar op en nemen d’r mee naar het bureau.
Nog voor we arriveren toont ze zich schuldbewust.
‘Trút! Waarom kun je niet honderd keer nadenken voordat je iets doet?!?’
@Ssskia. Ik volg je of dénk je te volgen. Zoals eerder roep jij, in zekere zin, op tot meer fragmentarisme. Het hoeft niet ‘rond’, het mág onaf. In jouw ogen kan onaf zelfs sterker zijn.
Ga er op letten.
gr. H.
Goeiemorgen Hans,
‘Plat’ of onpoëtisch vind ik zelf geen probleem, sterker nog, ik houd daar wel van. In dit geval is het gedicht zelf al voldoende sprekend op dat niveau. De laatste regel haalt het (subtiele) platte naar een niveau dat mij niet meer aanspreekt. Ik weet niet goed hoe het anders te zeggen. Zo’n intellectueel ben ik niet en ik opereer meer op intuïtie.
Daarnaast geven sommige laatste regels mij het gevoel dat je het gedicht ‘af maken’ wilt terwijl je zo’n afsluiter helemaal niet nodig hebt.
Hoop dat je me een beetje kan volgen en anders moet ik wachten op een dag dat mijn geest helderder is.
O ja… ik zou in dit verband liever niet van ‘plat’ spreken, maar van ‘plastisch’.
Hallo Saskia, dank voor je commentaar, want gedichten publiceren op internet heeft juist de meerwaarde van de lezersreactie. Ik snap je ‘probleem’ met mijn slotzinnen. Ze zijn, in zekere zin, extreem onpoëtisch, uitleggerig, bombastisch wellicht.
De enige vraag die ik heb, gaat over het woord ‘plat’. Gebruik je dat puur in de negatieve betekenis van het woord? Of kan een plat beeld ook kwaliteiten hebben? Ikzelf vind bijvoorbeeld dat veel poëzie ‘platter’ zou mogen, omdat het toelaten van eindeloos veel interpretaties heel vaak op een amateuristische laat-maar-waaien-mentaliteit wijst en niet op de kundige stuurmanskunst, die een goede dichter – het liefst onmerkbaar – in de praktijk brengt.
Hmmm, Hans, ik heb iets met die laatste regels van jou. Waarom deze regel hier vraag ik me af. Zonde. Het haalt het geheel in mijn optiek onnodig naar beneden, naar het platte toe. Zonder is het beeld al plat genoeg. Wederom, mijn nederige mening. Gegroet!
Hans van Willigenburg, je verraste me met dit politieke gedicht. Ik vind het eigenlijk eerder kernachtig proza, of is dat een ouderwets onderscheid? Je schetst wel een huiveringwekkend toekomstbeeld. Is Hermans’ De laatste roker niet ook al hard op weg werkelijkheid te worden?