Bij de bank in het park
haalt de man zijn adem,
schichtig, in zakjes
van twintig grammen
zijn vrouw telt haar schreden
maar heeft niets met cijfers
noch met de afstand tot haar huis
een zoon praat op een kist
over wind en blaadjes
een duif slaat de woorden op
en koert haar bewondering
er schijnt nog zon over
de stad wacht geduldig
tot de man is opgelucht
de vrouw is uitgeteld
de kist begraven is.
Reageer