op zoek naar tanden om onze honger te verbijten – delphine lecompte

De zee trekt weg om schelpen te tonen
Mijn tante zoekt de stifttanden van haar zoon
Ik sta naast haar met droge palmen
Die volgekrabbeld zijn met paswoorden
In mijn hoofd zeg ik tegen mijzelf:
‘Verman je, slappeling!’ in het Duits.

In de cafetaria op de dijk is iedereen gefnuikt
Iedereen behalve de broer van de taxidermist
Hij is al 58 jaar maar hij heeft nog geen ezelsbruggetjes nodig
Om de doorlaatrichting van zijn haardroger te onthouden
Voor zijn vrouw is het te laat
Te laat om zich te herpakken,
In een korset te wurmen en extatisch te gakken
Wanneer haar echtgenoot een grotesk bintje in haar schoot werpt.

Mijn tante krabt het tafelblad met een stifttand
Terwijl een coupe slinkt zonder hulp van buitenaf
Het tafelblad is groen als de leiband van
De dode rottweiler van de uitbater
Onder het groen blikkert het rood
Van een vorige uitbater die geen huisdieren had.

Nieuwe klanten komen binnen
Met gespeelde chagrijnigheid
En kinderen die houten afgoden dragen
In mijn hoofd sist een oude man
Dat mijn vraatzucht onvrouwelijk is
Maar mijn coupe is nog halfvol.

Reageer