Het zonnetje schijnt.
Ik fiets naar de veerpont.Een lange rij mensen staan te wachten. Een non stapt eruit, komt naar me toegelopen. We groeten elkaar, ze vraagt gelooft u? ja zeg ik, we raken in gesprek. Ziet u deze eindeloze ketting zielen. Jaren wachten zij voor de hemelpoort. Ik loop in en uit bij God. Hoe doet u dat. Door niet voor een beeld te bidden. Het houd de deur dicht. De paus blokkeert de ingang. Hij wil dat niemand ingaat, totdat hij je heilig verklaard. Met de heilige geest ben je vrij. Het licht ging aan. Plots was ze weg.
Beste Hans een lange rij mensen, zo had ik het eerst staan, ik kan hier niet veranderen
gedichten zie ik als leuke schoenveters, daar kan je eindeloos op doorborduren, je strikt ze, ben je klaar, raken ze los en begin je opnieuw,
bedankt voor je reactie
groet,
p, s ik probeer wat uit
Diana Hoogenraad
Ik stel voor de Grammatica-Politie nog even langs dit gedicht te sturen.
“Een lange rij mensen staan te wachten.”- AU!!!!