ode aan de duif die mij gezelschap bood – elsje de wit
de wakende eenhoorn op de drempel van de slaapkamer
is verdwenen
lakens en hemden blijven nat aan de waslijn
dagelijks doen we de kikkers in de blender
en drinken dapper van de bruine drab
zo slikt de een wanhoop, de andere hoop
alleen slapen met je schoenen aan
biedt warempel nog soelaas
op weg naar een volgende zonsopgang
over de tientallen sinaasappels maar niet gesproken
Tof. Zo moet poëzie zijn: vanzelfsprekend.