nachtscène – joost de jonge

het ijzig koude licht; naar ’t schijnt
hoe een steelse lach ragfijn verdwijnt
wiegelende ijskristallen trekken een spoor
morfologisch op bijna niets geënt
rondom mij is het klapwiekende mangaan blauw
ik adem, een beetje van mijzelf er voor
ik stijg en zweef door vormen van gevoel
                                                            ’t wendt
alsof ik je nooit meer vinden zou

stuur je de verlangens naar ’n voor
van de werkelijkheid, reusachtig
een gapend bruin slot

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK