Wij zijn pure dagjesmensen,
we leveren een vracht verwensingen
af bij het strand, waar de oostenwind
zich te buiten gaat aan droogkloterij.
Men dobbert wat aan in de branding.
Er staan bozigheden geschreven in het zand,
opgewreven met twijfelend water, het klatert
zout en onverkwikkelijk voort
in uitgestoten legers lucht,
onduidelijke ratelpartijen en verbindingen,
een vorstelijk salaris voor een zomers getij.
Reageer