Ze was een eenvoudige tangodanseres op de boulevards van Habana. Het kon haar niet veel schelen of ze dronk op kosten van de baas of van haar vriend. Een echte wereldster zal ze nooit worden, maar de illusie dat het zou kunnen hield haar staande. Elke dag danste en danste ze erop los, niet houterig, niet stijf, maar bijzonder op haar eigen manier. De mannen van de club kenden haar wel een beetje, ze had ooit een borrel gedronken met de leden van boven. Daarna danste ze nog wel, maar het was toch anders. Achter de make-up en de gladde heupen ging opeens een ziel schuil, een ziel die eruit wilde, weg van de mojito’s, de sigaren, de slaven, ze wilde hogerop, maar ja; Hoe? Dat wist ze niet en er was niemand die het haar kon leren.
Reageer