Wij, naast elkaar
op die afstotelijk lelijke bank
zeggen niets.
Onze geesten geanimeerd in gesprek
stoken samen een vuurtje.
De jouwe vertelt – ook al pook ik teveel –
dat als de rook is opgetrokken
jij toch warmer wordt.
Wij, zonder maatgevoel
maken tweestemmige tonen.
De mijne vertelt – hetzij met valse lucht –
dat als je goed luistert
zij steeds meer klinken als één.
Perfect passend trekken
tegenpolen elkaar aan.
Op die afstotelijk lelijke bank
ontstond iets oogverblindend moois.
Reageer