Hier komt ze weer, mijn wolf in
de nacht. Haar kreten grijpen mij
als klauwen, nagelen me vast.
Aum
Die teef zijgt door betonkarton,
kweelt mijn dekens onder,
weent net zo lang haar fluim op
mij tot ik alleen nog flemen kan.
Jezus, Boeddha, waar ben je nou?!
En ze huilt en ze pruilt
en ze blaast mijn huid droog.
Die schapenvacht leg ik af,
van hieruit gaan we dubbelloops.
klikklak
Ik jaag twee kogels door haar
derde oog en vul het gat dat blijft.
Man man, wat een heftig gedicht is dit!!Dat komt behoorlijk uit de diepte!!Goed!