* – maaike klaster

Nu ik het hem vergeven heb, de klootzak,
kan ik hem rustig in zijn eigen Sop gaar laten koken,
waar hij op zoek mag naar zijn eigen Goddelijke Gratie,
kan ik voor het eerst zien wat een onvrijwillige ontmoeting
van misschien tien minuten met de rest van mijn leven heeft gedaan,
hoe ik van een nog enigzins blije kleuter – anderen waren hem voorgegaan –
in een zwart blad veranderde dat hij aan stukken had gescheurd,
hoe ik mijzelf nu nergens terugvond, met monotone stem
tegen mijn moeder zei dat ik het niet leuk vond om dood de gaan,
maar het ook niet leuk vond om te leven, wat niets anders was dan
zeggen dat ik vier jaar oud was en zojuist de hel op aarde had gezien.

Nu ik de afstand van volwassenheid heb verworven, kan ik van buitenaf
naar binnen kijken en zien dat ik mijn hele leven vanaf dat moment
steeds dezelfde twee vragen heb gesteld:

Waarom hebben mensen dit met mij gedaan?
Waarom hebben mensen dit met mij gedaan?

Reageer