De waterige oogopslag van supermarktkassameisjes
is onderdeel van de klantbeleving.
De filiaalmanager kijkt even om de hoek
van het schap of hun ogen nog wel waterig
en hopeloos genoeg in het oogvocht zwemmen.
Er zijn veel klanten met brood en een pot augurken
die er niks meer bij kunnen hebben,
die het neersmijten op de rolband
en aan de rand van wat ze aankunnen
aanschuiven in de rij.
De manager weet: hun omzet telt ook mee.
En zij lopen pas door de schuifdeuren geheel tevreden
als er niets is geweest,
geen aanzet,
geen aanwijzing,
geen aandrang
tot een glimlach die vragen oproept
over richting en oorsprong.
Ze mag het bonnetje weggooien.
Mijn favoriete supermarktkassameisje
wenst me bij het afrekenen
om 9.15 uur
‘Goedemiddag’