linda (1993 -) – phillipe te bar

Wallen lagen onder haar
ogen als donkere dames
met lusten die zij
juist niet wil voelen

op haar snoeppapieren spookvel dat vaak zo smakelijk
zou kunnen knisperen, maar waaronder nou net weer
botten tot spiesen splijten om daar haar huid door te steken,
waardoor een weg uit die nachtzwarte uit pees en vlees
geweven holte zich opent; vanuit die ultrasone onderwereld
der labbekakorganen, meent zij, dat zij juist dat weer heeft;
onrustig gebeente, mergvol gestut van die bloedlauwe hel, dat
levenslang zinderend kraakt in haar zak van vaal en vlezig vel.
Haar botten willen zich ook wel eens in het volle licht warmen

aan de zon, waarvoor zij zich juist verschuilt als pasgeboren,
baarmoedernatte reeën doen die ook maar verloren rillen
in hoog, dorgeel gras.Voor even verlaten door hun moeder
die, zoals het hoort, gevaren afleidt als wolven en mensen.

De wereld is haar carnivoor waarvan zij, verloren lopende
polonaise van een meisje, de opengesperde muil inhost. Ze
offert zich liever lallend en alleen. Niemand waagt haar zo

aan te raken. Gelieve dat ook nooit te doen.
Teken haar; het is een nadrukkelijk verzoek.

Reageer