morgen gaat hij leven,
de bloemen ruiken.
hij zal iedereen de waarheid zeggen,
behalve wie groter is.
de hemel zal van hem zijn,
hij noemt haar Ada
en tuit zijn lippen om het ventiel.
’s nachts droomt hij af naar
een wereld waar hij gebouwen omver slaat,
waar mensen zijn naam kennen en verdommen
hem te zeggen. hij zal winnen,
niemand zal het hem gunnen.
zelfs de bloemen ruiken naar vis.
Reageer