Ze werpen te snel hun muren op,
de voeders, de slaanders, meesters
in het bedwingen van de vrijheid
om niet bang te zijn, niet klein,
noch burgerlijk netjes, ontalig,
door god verlaten, te zijn, te stil
te leven, geen leven in coulissen
of silhouetten van schaduwen
van ons.
Laat komt zo de bloei, te klein
en naakt, te voorzien van dons
zoals het jonge blaadjes betaamt,
maar gebleekt uit het donker
van een herfstdecor.
Recente reacties