kop vol kolder – hans reitzema

Onder keppel
koolzwart
hoofddoek vol kleur
boven kruisje
dat zich koestert
in kroezig borsthaar
bengelend aan de
ketting van welke kerk
dan ook

huist
een kop
vol kolder

leeg waait nooit de lente
zinnen nooit van wind
zin nooit van wind
wanneer wat geschreven staat
een leeg vel jouw
pen vindt het
kind dat spelen kan
met alleen dat blad
opgelicht

verlicht de plicht
de plek waaraan
de kolder plakt de pek
die koestert kuist kruist ketent
kreten van oprecht
verlangen de klei
in boort

hoor
het waait open
elkaar

Reageer