* – joost van gijzen

Hij had haar ontmoet omdat zijn zoon,
Haar dochter allebei de vogels wilden voeren
In het park – voor hen was het gewoon
Dat ouders kletsten maar hijzelf moest denken aan een
Veertiger op zoek naar vrouwen, met
Een hond, en om de roddelaars de mond te snoeren
Elke keer de kinderen erbij –
Als alibi. Hoe ver wou zij gaan? De ontstane
Spanning breken: het gevaar van het
Uitspréken, daar was hij tot nu van teruggeschrokken.
“Gaan we?”, vroeg zijn zoon; misschien moest hij
Een spoor van kruimels strooien om haar mee te lokken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK