De man murmelt iets over pekinees,
over nacht en dat de vrouw de pot op kon.
de vrieskou dwaalde in haar kruis.
verval op het station. het heeft eelt
aan handen, de pest aan wallen. kijkt naar
buiken borsten billen bielzen. piercings.
meer zit er niet in. tijd lijkt op de jaren
veertig van de twintigste eeuw.
wegens gebrek aan trein. ik zwijg.
Eerder gepubliceerd in Krakatau 46
Reageer