in de recreatiezaal – joost van gijzen

De huid’ge tachtigers in Huize Avondrood,
De dementerenden incluis, díe kun je nog
Samen laten zingen: van ‘De Zilvervloot’,
‘In Een Rijtuiggie’, ‘Bij Ons Staat Op De Keukendeur’
Tot ‘Geef Mij Maar Amsterdam’ – divers en toch:
Alle oudjes kennen ze. Na de desintegratie
Van onze zuilen, door de internat’onalisatie
Van onze wereld, en de platenimporteurs
Was hier steeds minder sprake van, begon de overgang
Van gemeengoed naar gemene deler.
De jaren zestig ’s nog eenvoudig: muzikaal behang
Waren zij destijds, de Beatles; om hun hele
Oeuvre in het hoofd te hebben hoef je geen
Fan geweest te zijn. Hetzelfde in de seventies
Met Abba songs: de eerste maten, iedereen
Zet in. Natuurlijk Michael ‘Thriller’ Jackson, maar
Dan raakt de massa hopeloos gefragmenteerd. Met ’t aanbod
Gevarieerder dan ooit; zenders, bands, circuits
Die niet overlappen – leven reggae, dark goth,
Coldplay, Sufjan Stevens en Frans Bauer luisteraars
In voor elkaar volkomen vreemde universa. En
Centra stromen strakjes vol bejaarden
Die niet meer te typeren – zonder era zijn. D’ een kent
’t Lijflied van de ander niet, Take That-heads staren
Glazig naar de 2Pac groupies; en ze zullen allemaal
Hun hoortoestellen uitdoen, oortjes in – een stille zaal,
D’ individualisering van de maatschappij
Rond: honderd grijze duiven met een Ipod. Goeie ouwe tijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK