Boerenkop danst met boerenkont
een pasta voor twee in het gras.
Cirkelzaag heeft het hoogste lied.
De hekken buigen zich over
waar het nog open was –
boerendans die het gevaar niet ziet,
slanke bij in zijn stoutmoedige wond.
Boerenkop danst met boerenkont
een pasta voor twee in het gras.
Cirkelzaag heeft het hoogste lied.
De hekken buigen zich over
waar het nog open was –
boerendans die het gevaar niet ziet,
slanke bij in zijn stoutmoedige wond.
Boerenkop danst met boerenkont
een drijfton voor twee in het gras.
Cirkelzaag heeft het hoogste lied.
De koeien likken het gewas,
ze vlekken samen in een klas
die kluistert aan de grond.
De boerenbond in het gras
voelt het draaien niet,
het draaien van het lied.
Boerenkop danst met boerenkont
een pasta voor twee in het gras.
Cirkelzaag heeft het hoogste lied.
De koeien vijlen het gewas,
ze vlekken samen in hun klas,
ze zwellen in de avondstond
bij boer die het gevaar niet ziet.
Een bij danst met de boerenkont
en woelt zich in een oude wond.