ik doe met april wat ik wil – sunshine tenochtithlan

Ik heb aan ’t eerste groen het knollenland,
het trekt met scheuten door mijn onderbuik;
daar geen gevlinder of een vogelduik,
het lijdt geen twijfel, zelfs geen visbestand.

Die tuin van mij, met al dat zangbehang
doe ik het liefst aan ritmesectie; snijd
bekwaam de piepers in ’t gareel, geheid
dat deze regelmaat pas rijmt met dwang.

Zo sexy als ~ jij groen ~ mij boeien kan,
mijn kluizenaarsbestaan zoekt op te fleuren,
uit wintervacht elk vers versteld doet staan,

geen macht is meer met mijn natuur begaan,
dan zachte weemoed blozend mij deed kleuren
van licht op zicht, voor mij, een blinde man.

Reageer