pappa
maar ik schreef al zo vaak over jou
over het schip en je handen, het roer
in je knuisten, de kleine gevaren op het IJ
water over de reling, de coasters voorbij
jij die nooit een spoortje van angst vertoonde
mam is overleden, al gesignaleerd?
ze droeg haar blauwe jurk met die golvende
stroken onderaan de rok, soort walsje
juist ja, die engelse, ik zie je nog dansen
met haar in het dorpshuis en jij met
iets teveel jonge klare, je draaide en draaide
kuste haar daar waar de liefde gloeide
zoals immer; onderhuids
lippen, ja, haar lippen, zo stil gevallen
bij het afscheid, maar kijk naar haar uit
ze zal je zoeken, zwart haar en blauwe
ogen, wakker, zoals iedere matroos.
Ik ben geraakt door de warmte en de liefde die ik in je gedicht voel.