hollandse regen 13 – jos van daanen

Tijd troost. Ze strijkt als een lauwe ademtocht
door de sterkste biezen langs het water.

Van de rivieren zijn de dijken ingeklonken, wit
uitgeslagen, als de vlekken tegen de gevels,
van het zout dat van uitgezwete woorden is

‘cogito sine qua non’, aldus het stoklopertje aan
de rand van een plasje hemelwater, bedekt
met schubben, ‘al dat glanst moet wel schoon zijn.’

Het voert de polonaise aan, voor de soort
uit de buik van de stad, vol dromen en verlangens
over het bestaan buiten het brakke vruchtwater
dat vol meconium door de riolen stinkt.

Op zoek naar leegte op zinvolle grond.

Maar vol is alleen het licht van de zon en leeg
ogen de barsten in het zicht van de Uitgedroogde,
de priester en de burgemeester, de notaris

en het troosteloze klootjesvolk dat het rulle zand
onder de boze voeten vertrapt tot bloedeloze hoop
op regen, niets dan.

Laat een antwoord achter aan Hanny van Alphen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK