zaterdag zuigt als slijk door de straten
uit alle gaten, gehuchten
langs stadjers die trachten te vluchten
gaat het slijk weer op zoek naar de buit
want het slijm van het land
sleurt haar zakken door straten
vandaag. straten door stadjers verlaten
want de stad verkoopt uit
zaterdag slurpt het schuim door de straten
door winkels, langs tjokvolle rekken
met klotsende oksels en schuimende bekken
naar koopjes op zoek
kort coupe soleil uit de trein
al Kletsend op skai leren laarzen
met hun vadsige aarzen
gebloesd uit de broek
shagjes pielende pappa’s staan buiten
verveeld, naast hun koters die boos staan te huilen
terwijl binnen moeder BH’s pleegt te ruilen
want haar hangtieten bleken te klein
voor McDonald’s, bezwangerde sletjes
van vriendjes die nog van niets weten
staan bellend hun burgers te vreten
‘jij kan echt dus de vader wel zijn!’
zaterdag stuwt het slip door de straten
als een roestig klootjes gemaal
bleek, pokdalig gepeupel. Herestraat helemaal
‘nog een keertje dan, voordat ze sluiten.’
het tij wordt gekeerd door de klok van de toren
de vlaggen verdwenen, het slijk is bezonken
in de Griet worden koopjes beklonken
met schurende dijen en krampige kuiten
het Zaterdag slijk sijpelt sloom langs de luiken
en druipt af naar hun holen en gaten
zes uur, de stad wordt verlaten
op stadjutters na
Reageer