Ongemerkt verdwijnt de reiziger achter de poolcirkel.
De vrees voor wat er achter zijn laatste adem schuilt
vermengt zich met de nevel over de fatale kloven.
De ijswind stuift poederijs achter de kap voor zijn gezicht.
De fijne kristallen op zijn wimpers frissen met prismatisch
geflonker even de herinnering aan de regenboog op.
Omdat in deze winter een kleurenpalet ontbreekt
kunnen er geen plannen meer gemaakt worden
en is het onmogelijk in een nieuwe lente te geloven.
Zijn zorgen gaan verdwijnen met het dovende noorderlicht
maar zijn bevroren waarnemingen vol liefde en blijdschap
zullen leven in de streling onder de vleugels van alle vogels.
Prachtig! Wat een geweldig gedicht! Geef God, dat het nu stil wordt! In de streling onder de vleugels van alle vogels…