Hanz Mirck VS. Meuleman
RECENSIE /. Omdat ik ziek werd
‘nu we allebei dood zijn’ opent deze eh, mysterieuze bundel, is het rustig praten […] dicht bij het koelwater. / ik maak een grapje, je trekt nog / een tand uit ons losse geheugen’. Het is direct duidelijk dat deze bundel wel keuvelt., maar niet over ditjes en datjes. Het geheugen neemt de eigenschap van een tand over… hier staat duidelijk een boel op losse schroeven. Wie is er dood en wie ziek? Laten we het titelgedicht eens bekijken:
omdat ik niet van mensen hield, het gif van hun aanblik,
van de wildgroei van hun voelen, het afzicht van hun denken,
van hun zwijgen de kanker, hun spreken
de doodsdrift,
zocht ik steun bij de wreedheid van dieren.
ik hou van grazen en van aanvallen.
gras is mooi, bloed ook.
nergens vind je zulke prachtige strepen.
omdat ik ziek werd van mensen, van de aarzeling in hun daden,
de kern van alle denken,
zag ik films in een donkere kamer over de savanne, volume op nul.
geleidelijk deden mijn hersens hun zin.
mijn beterschap was niet van deze wereld.
Het begint tamelijk begrijpelijk; iemand heeft het gehad met de maatschappij, de oneerlijkheid, stuurloosheid. Hij zoekt puurheid en vindt die op de savanne, bij de wreedheid en genadeloosheid van de dieren, die in elk geval recht door zee is. Helder standpunt voor een dichter die de diffuusheid van de taal haat. Maar zijn eigen formulering is niet steeds zo direct: hij poneert dat de kern van alle denken met aarzeling te maken heeft. Dat is een diepe.
Merk op dat de woordvolgorde omdraait: gif van hun aanblik; wildgroei van hun voelen; afzicht van hun denken; en dan ineens: van hun zwijgen de kanker; spreken de doodsdrift (en niet: de kanker van hun zijgen, van hun spreken). De dichter dwingt de taal letterlijk de andere kant op.
Daarna ziet hij films in een donkere kamer OVER de savanne. Er staat geen komma tussen, dus die kamer is in zijn geheel boven de savanne, lijkt het. Het is een jagershut, een uitkijkpost. Hij moet daar stil zijn, en wat hij ziet is blijkbaar te ver weg om gehoord te kunnen worden. Door die beide omstandigheden lijkt de wereld onwerkelijk. Hij maakt zich los van de wereld, en dat doet iets met zijn gedachten. Maar wat, dat staat er niet. Escapisme? Waanbeelden? In elk geval is het een illusie, want uiteindelijk dient de beterschap dus gerelativeerd tot min of meer onmogelijk en in elk geval voorbij.
Nu begrijp ik de titel van de bundel beter: geschreven omdat de ‘ik’ ziek werd. Hij moest de taal in een andere vorm duwen, om het geklets en gezwam de baas te worden. Maar beter werd hij er niet van: in het slotgedicht lezen we hoe hij eieren voor zijn geld moet kiezen: ‘volwassenen heb je altijd als volwassenen willen zien / maar omdat ze zich met grote ogen / als kinderen bleven houden […] dreef je af naar een plek waar het nog ouderwets / kan vriezen als ook de radio // uitstaat.’ Meestal hoor je dat kinderen eerlijker zijn dan volwassenen, maar hier gaat het vast wederom om onnadenkendheid.
Het wordt koud als er gezwegen wordt. De taal is dus toch ook een warm bad, hoe onecht soms ook. Bovendien is er geen alternatief, fluistert de moeder, die hem terugjaagt (ja, een echo van de savanne) naar het leven dan: ‘omdat je […] nergens beter bent.’ Een dubbelzinnige slotzin van een bundel die dan wel geen genezing biedt, maar ons wel vanuit een observatiepost onze talige wereld laat bezien. Sterk spul.
Hanz Mirck
Omdat ik ziek werd
Bart Meuleman
Uitgeverij: Querido
ISBN: 978 90 214 3457 5
Prijs: € 16.95
Geef een reactie