Hanz Mirck VS. Bouwers

RECENSIE /. Woorden om het licht te horen

Lenze L. Bouwers bracht tot nu toe al 5 bundels met rondelen uit. Deze hoeveelheid rondelen bundelt hij met nieuwe rondelen tot de verzamelbundel Woorden om het licht te horen. Ooit koos hij deze vorm tot zijn vaste vorm. Bij Bouwers zijn het vrijwel altijd dertien regels waarin de eerste, de achtste en de dertiende gelijkluidend zijn. En soms zijn het acht regels waarbij de vijfde gelijk is met de eerste en de laatste. Steeds dus een opening die werkt naar een onderstreping / omslagpunt vlak na het midden en daarna werkt het gedicht weer terug naar het slot. Die herhaling werkt bezwerend, en geeft die kernregel ook een soort plechtige status, tilt hem op tot bijna een spreuk op zich, waar gedachten omheen geformuleerd zijn. Bouwers weet die drie regels toch verschillend te maken door ze van andere leestekens te voorzien of deel te laten zijn van een andere zin.
De bundel heet (naar de eerste, nieuwe afdeling) Woorden om het licht te horen, maar dat is ook programmatisch te lezen, als deel van een andere zin (zoals Bouwers die fragmentjes dus ook laat terugkomen), bijvoorbeeld door het ‘lijkt mij’ er achter te zetten. Dan krijgt ‘horen’ een andere betekenis, die me even doet denken aan de bundeltitel van Tsead Bruinja: Dat het zo hoorde. In dit geval: dat de woorden om het licht horen. Dat betekent dan dat de woorden precies op de goede plek staan en dat het gedicht het licht (het inzicht, de gloed, de liefde) met woorden inkapselt. En hoe doet het gedicht dat? Door het licht hoorbaar te maken. Formulering en onderwerp worden dus beide ingezet om dat uit te drukken. Of beter gezegd: de uitdrukking is het onderwerp.
Schrijft Bouwers dan alleen over deze, bijna mystieke zaken? Dat herhalende maakt dat een rondeel tot een vorm waar je niet zomaar iets mee kunt zeggen; die zin die als een ademhaling door het gedicht heen keert, kan niet over ditjes en datjes gaan. Toch weet hij het heel persoonlijk en bijna luchtig te houden. Een voorbeeld:

      De ronding heeft een eigen zeggingskracht,
      zoals een vrucht er is, de aarde, maan.
      Hier ben ik, zeg je, streel maar, raak me aan
      met huid, je handen, je lippen zo zacht,
      speel met mij. Blijf, zeg ik. Moeten we gaan
      dan samen in de dromen van de nacht,
      met voorjaarslicht dat moed inspreekt en lacht:
      de ronding heeft een eigen zeggingskracht.
      Soms zullen we verwonderd blijven staan
      ver buiten schemerrijk of dodenlaan
      en proeven hoe een perzik kleurtint bracht,
      hoe goudreinetten winnen van de waan
      De ronding heeft een eigen zeggingskracht.

Merk op hoe die basisregel in veel meer dan drie betekenissen langskomt: de beginregel is meteen de titel, en de middelste is ineens een citaat. De slotregel bevestigt de stelling en geeft die ook een knipoog; de dichter zegt: zie je nou wel! Aanvankelijk klinkt het gedicht erg romantisch, klinkt het alsof een neef van Jean Pierre Rawie aan het woord is. Maar juist dat voortdurende bewustzijn van de meta-laag geeft het werk van Bouwers een meerwaarde. Het ingetogen filosofische, het zoeken naar perfectie van de wereld en die uitdrukken in de perfectie van een rondeel, maar je tegelijkertijd bewustzijn van het feit dat je dat ook heel hard aan het proberen bent, dat je wishfull thinking bedrijft, dat vind ik een sterke toegevoegde waarde. Daarmee zingt Bouwers de tijd, omdat hij het zoeken naar het eeuwige zo persoonlijk en zo relatief maakt.

Hanz Mirck

Woorden om het licht te horen
Lenze L. Bouwers
Uitgeverij: Querido
ISBN: 978 90 214 3539 8
Prijs: € 18.95

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK