een mooie ronding
in de dij
de rug een zonk
tussen schoft
en lendenen
de hak geprononceerd
boven de witte kootjes
zacht legde ik mijn hand
op voorlok en op kruin
ik opende de bek
en deed wat men niet doet
ik keek
het krijgen viel mij zwaar
ik geef het terug
Reageer