geen bodem – eelke van es
Haast staat in je huid gewreven.
Ik bijt in je haar, ik kus jou,
ik oefen welsprekendheid in brekend glas.
Je breekt je handen en telt de dagen af.
Mijn vet sluimert tegen een nieuwe winter.
De aarde die ben ik. De koude zoute grond
die zinkt als we onze wensen openbaren.
Wie looft de Heer nog
bij de warmte van een slapend hart?
Jij overvloeit mij, bloedend wijf,
tot ik ontheemd aan land kan gaan.
Geef een reactie