februari – ad van schijndel

Oh zalige maand van vier keer zeven dagen,
waar in het begin het einde mij al roept,
waardoor de snelheid van de winter floept
en Valentijnse rozen vele harten plagen,

je hebt mijn plichten heerlijk ingekort,
en als er aan mijn werk een uurtje schort,
zeg ik mijn baas: ’t Is nu februari:
wie zeurt van langer tijd, verkoopt slechts larie.

Toch grijp en kleun jij mij ook mis,
want als de eerste dag vol liefde is
en ik me aan een ander wil verwarmen,

dan trekken krampen door mijn darmen,
want wat een maand zou mogen duren,
heb jij verkort met zeker zeventig uren.

Reageer