fatalisme is een te groot woord voor mijn kleine bui – delphine lecompte

Ik wil vragen aan de metselaars om op te houden
Het heeft geen zin, het is absurd
Maar ik zwijg en laat ze fluiten en lachen
met elkaars beleg, met de ringen aan de vingers van het groentje,
met de gevangenistatoeage van een Japanse karper op de pols van de oudste
Ze hebben geen boodschap aan mijn fatalisme.

Het rad draait voor het verliefde koppel
Zij wil eerst een zoon, en daarna een dochter
Om in een zelfgemaakt heksenkleed te wurmen en Jade te noemen
Hij wil zijn toekomstige schoonzus betrappen
Op diefstal van een vals gebit of sabotage van de traplift
Het is geen mistroostig zicht.

‘Het is een mistroostig zicht,’ verzucht ik
De oude kruisboogschutter spreekt mij tegen
Hij houdt van de veemarkt bij opgaande zon
Het gekerm van koeien slijpt zijn appetijt
We verlaten de markt en kopen saus
De kassierster bekijkt zijn buidel misprijzend.

We genieten van de uitgestelde maaltijd
Ik ben te gehaast om de spartelende vlieg uit de saus te vissen
De vorken prikken gaatjes in een bleke kotelet
Zoals vogelpootjes in verse sneeuw
op de rug van een metselaar die nooit meer zinloos is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK