ergens op zee – frido welker

het geraamte van mijn schip ligt onverstoorbaar
zonder planken te zijn, op het strand
voor de vuurtoren die zijn gebroken stralen
halve dagen
hele rondes
laat draaien om zijn as

en niemand kijkt nog naar de puinhopen
die de zee weleens achterlaat, het geraamte
dat mijn schip was, maar nu niet meer,
niet meer is dan aangespoeld,
nu niet meer zal varen

het geraamte zal drijven
want kan dat nog
maar niet langer dan een golfslag lang
wat ooit mijn schip was zal zinken zonder einde
dan hijg ik al
met mijn kop boven het schuim

ik wou dat ik weer een roeiboot had
maar één peddel had
en rondjes zou draaien
op de rug van één golf
en als deze zou stoppen
met alleen golven
ergens tussen eb en vloed
-dat de maan je aankijkt!-
ja, tussen eb en vloed, ergens daartussen
en je bootje ook ergens overal tussen
zo erg in het midden dat er geen kust meer is
en geen gebroken vuurtorens
of hun versplinterde gebroken stralen
zo erg in het midden dat de grenzen alleen nog ergens liggen
om je heen als golven, als verzopen licht

Reageer