in de pauze van het concert
slenter ik door het gangpad
een stem achter mij mag ik even passeren
met een “pardon” doe ik een stap opzij
de niet onaantrekkelijke man (leeftijdgenoot
of een fractie ouder) zegt
u liep zo charmant midden op de rode loper
eerder schreef ik iets dergelijks
maar dan als fictie nu waar gebeurd
maar déze korte “ontmoeting” heeft geen vervolg
Reageer