dagboek – eelke van es
Eerst kwam ik op jouw kamer toen,
ik weet nog goed,
je was zo lief, je gaf een zoen,
zoals je altijd doet.
Tweedst om eens stoer te doen
kneep jij hard in mijn voet.
Zacht knipperde je loensend
oog, je haren roken zoet.
Ik zag de witte schommelmuur
met foto van je broers,
ik dacht, hij sjanst zich tureluurs
en ik was stikjaloers.
Mijn haren vielen op de grond,
ik draaide steenhard rond.
Geef een reactie