zoals een jongetje loopt
door gele zonnebloemvelden
met de zon aan de lucht
de wolken er omheen, verspreid
hij, rennend met een lach
zoals twee mensen zitten
tussen de schelpen op het strand
strak kijken en wachten ze
op de ondergaande zon
de handen zijn in elkaar
zoals een oude man
terugdenkt aan vroeger
en die herinneringen,
misschien wel stiekem,
heeft omlijst met een gouden randje
voor hem: een prachtig schilderij
Dank dat mijn gedicht een herinnering oproept die ik zelf niet ken:)
Dit gedicht doet me sterk denken aan de ansichtkaart die, toen ik bij een boekenkraam een boek over de stratosferische ballontochten van professor Picard en zijn assistent waarvan de naam me ontschoten is opensloeg, tussen de bladzijden vandaan kwam gedwarreld. De kaart was gericht aan de familie Karnedoffer en afkomstig van ene zuster Immaculata die hen berichtte dat de vakantie naar de zin verliep. Op de beeldzijde van de kaart was een wat verschoten lelie te zien met daaronder in sierlijke letters de tekst: “Aujourd’hui plus qu’hier et bien moins que demain”